Begrippenlijst

Lees hier de betekenis van veel gebruikte begrippen in vastgoedfinanciering. Staat er iets niet tussen? Laat het ons weten.

A

Achterstellingsverklaring
Een verklaring waarin staat dat de terugbetaling van een lening achtergesteld is bij andere schuldeisers in geval van faillissement.
Algemene kredietvoorwaarden
De  standaardvoorwaarden en bepalingen die van toepassing zijn op een kredietovereenkomst en die de rechten en plichten van beide partijen regelen.
Annuïteitenhypotheek
Het recht van pand en hypotheek geeft de financier de bevoegdheid om zijn geldvordering met voorrang boven andere crediteuren

B

Beleggingsvastgoed
Een onroerende zaak (of een deel daarvan) die wordt aangehouden (door de eigenaar of door de lessee onder een financiële leasing)
om huuropbrengsten of waardestijging, of beide, te realiseren (Richtlijnen voor de jaarverslaggeving).
Beperkt recht
Een beperkt recht is een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht, hetwelk met het beperkte recht is bezwaard (art. 3:8 BW).
Biedprijs
De biedprijs is het bedrag dat een aspirant-koper als bod doet op een zaak die hij graag wil hebben.

C

Cash flow
De nettostroom van geld in een bedrijf gedurende een bepaalde periode, inclusief inkomsten uit operationele activiteiten en kapitaalstromen.
Covenant
Een contractuele bepaling in een leningsovereenkomst die de rechten en verplichtingen van de kredietnemer en kredietverstrekker regelt.
Cross default-verklaring
Een bepaling waarin staat dat het verzuim van betaling of een ander contractueel verzuim onder één overeenkomst leidt tot verzuim onder andere overeenkomsten.

D

Direct vastgoed
Onder een directe belegging in vastgoed wordt verstaan vastgoed dat door de eigenaar zelf in (economisch/juridische) eigendom verworven wordt.
DSCR
Debt Service Coverage Ratio, een maatstaf voor de verhouding tussen de kasstroom die beschikbaar is voor schuldaflossing en de schuldaflossingsverplichtingen.

E

EBITDA
Earnings Before Interest, Taxes
Economisch eigendom
Het eigendom van de onroerende zaak in economische zin.
Eigendom
Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben. Het staat de eigenaar met uitsluiting van een ieder vrij van de zaak gebruik te maken, mits dit gebruik niet strijdt met rechten van anderen en de op wettelijke voorschriften en regels van ongeschreven recht gegronde beperkingen daarbij in acht worden genomen. De eigenaar van de zaak wordt, behoudens rechten van anderen, eigenaar van de afgescheiden vruchten (art. 5:1 BW).
Eigengebruiksvastgoed
Een onroerende zaak die wordt aangehouden ( door de eigenaar of door de lessee onder een financiële leasing) voor gebruik in de productie of de levering van goederen of diensten of voor bestuurlijke doeleinden in het kader van de gewone bedrijfsuitoefening.
Euribor
De European Interbank Offered Rate, een referentierentevoet die banken in de eurozone gebruiken als basis voor het bepalen van rentetarieven.
Exploitatiekosten
De kosten die nodig zijn om een onderneming of eigendom te exploiteren, inclusief personeelskosten, onderhoudskosten, enz.

I

ICR
Interest Coverage Ratio, een maatstaf voor de verhouding tussen de operationele winst en de rentelasten van een onderneming.
ICR-covenant
Een bepaling in een leningsovereenkomst die de minimale interest coverage ratio (verhouding tussen de operationele winst en de rentelasten) bepaalt.
Indicatieve termsheet
Een document dat de voorlopige voorwaarden en kenmerken van een financieringstransactie bevat, maar nog niet bindend is.
Indirect vastgoed
Onder een belegging in indirect vastgoed wordt verstaan het verwerven van vastgoed op basis van een aandeel of participatiebewijs.
Interest swap-rente
Een rente die wordt gebruikt bij renteswaps, waarbij twee partijen rentebetalingen uitwisselen op basis van een vast of variabel tarief.

J

Juridisch eigendom
De bij het Kadaster als eigenaar/gerechtigde ingeschreven partij van de onroerende zaak.

L

Laatprijs
Die laatprijs is het bedrag dat een aspirant-verkoper vraagt voor een zaak die hij graag wil verkopen
Lineaire hypotheek
Een hypotheekvorm waarbij de lening in gelijke termijnen wordt afgelost gedurende de looptijd van de lening.
Liquiditeitsopslag
Een extra renteopslag boven op de basisrente om het liquiditeitsrisico van de geldgever te compenseren.
Loan to Value (LTV)
De verhouding tussen de hoogte van de lening en de waarde van het onderpand (bijvoorbeeld een huis).
LTV-covenant
Een bepaling in een leningsovereenkomst die de maximale loan-to-value-ratio (verhouding tussen de lening en de waarde van het onderpand) beperkt.

M

Marktprijs
De marktprijs is het bedrag waarop de balans wordt bereikt en een transactie tot stand komt.
Marktwaarde
De marktwaarde is het geschatte bedrag waartegen vastgoed zou worden overgedragen op de waarde peildatum tussen een bereidwillge koper en een bereidwillige verkopen in een zakelijke transactie, na behoorlijke marketing en waarbij de partijen zouden hebben gehandeld met kennis van zaken, prudent en niet onder dwang.

O

Onroerende zaken
Onroerend zijn de grond, de nog niet gewonnen delfstoffen, de met de grond verenigde beplantingen, alsmede de gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door de vereniging met andere gebouwen of werken (art. 3:3 BW).

P

Pand- en hypotheekrecht
(1) Het recht van pand en het recht van hypotheek zijn beperkte rechten, strekkende om op de daaraan onderworpen goederen een vordering tot voldoening van een geldsom bij voorrang boven andere schuldeisers te verhalen. Is het recht op een registergoed gevestigd, dan is het een recht van hypotheek; is het recht op een ander goed gevestigd, dan is het een recht van pand. (2) Een recht van pand of hypotheek op een zaak strekt zich uit over al hetgeen de eigendom van de zaak omvat (art. 3:227 BW).
Parapluhypotheek
Een hypotheekvorm waarbij meerdere onroerende goederen als onderpand dienen voor één lening.
Pari passu-verklaring
Een verklaring waarin wordt bevestigd dat bepaalde schuldeisers gelijke rechten hebben ten aanzien van de betaling van hun vorderingen.
Positieve/negatieve hypotheekverklaring
Een verklaring waarin de hypotheekgever toezegt bepaalde handelingen wel of niet te verrichten zonder toestemming van de hypotheeknemer.

R

Recht van parate executie
Het recht van een financier om het onderpand, zonder voorafgaand rechtelijk vonnis, in het openbaar te verkopen. Met de verkoopopbrengst kan de financiering worden afgelost.
Registergoederen
Registergoederen zijn goederen voor welker overdracht of vestiging inschrijving in daartoe bestemde openbare registers noodzakelijk is (art. 3:10 BW).
Rente-cap
Een financieel instrument dat de maximale rente beperkt die betaald moet worden op een lening.
Rente-swap
Een financieel instrument waarbij twee partijen rentebetalingen uitwisselen om blootstelling aan renterisico's te beheren.

S

Solvabiliteit
Een maatstaf die de financiële stabiliteit en het vermogen van een bedrijf meet om aan zijn langetermijnverplichtingen te voldoen.

V

Vermogensrechten
Rechten die, hetzij afzonderlijk hetzij tezamen met een ander recht, overdraagbaar zijn, of er toe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen, ofwel verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel, zijn vermogensrechten (art. 3:6 BW).

Z

Zaken
Zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten (Art. 3:2 BW).